Het was een koude nacht in november, toen de maan hoog boven de daken scheen. Binnen in het warme huis zat Thomas, een jongetje van acht jaar, met een diepe frons op zijn gezicht. Hij had net zijn schoentje gezet bij de kachel, een wortel erin gelegd en een liedje gezongen voor Sinterklaas en zijn paard. Maar toen kwam er een vraag in zijn hoofd op die hij niet kon laten gaan.
“Hoeveel wortels krijgt het paard van Sinterklaas eigenlijk op één avond?” vroeg hij zich hardop af. Hij wist dat hij niet de enige was die zijn schoen zette. Overal in Nederland deden kinderen dat, dus dat zouden wel héél veel wortels moeten zijn!
Zijn moeder, die net in de keuken stond, lachte toen ze zijn vraag hoorde. “Dat is een goede vraag, Thomas. Misschien wel honderden, of zelfs duizenden! Maar weet je wie dat echt weet? Ozosnel, het paard zelf!”
Die avond, toen Thomas in bed lag, bleef hij denken aan de wortels. Hij sloot zijn ogen en droomde dat hij Ozosnel ontmoette. In zijn droom bevond hij zich op een grote, met sterren bezaaide hemel, waar de maan fel scheen. Voor hem verscheen een glanzend wit paard met een prachtige rode deken en gouden belletjes rond zijn nek.
“Hallo, Ozosnel!” riep Thomas enthousiast.
Ozosnel keek verbaasd naar Thomas en glimlachte. “Hallo, Thomas! Wat brengt jou hier in mijn dromen?”
“Ik vroeg me af… Hoeveel wortels krijg jij op een avond als Sinterklaas op bezoek komt bij alle kinderen?” vroeg Thomas nieuwsgierig.
Ozosnel gniffelde zachtjes. “Nou, dat is een interessante vraag. Maar laat me je meenemen op een reis, dan zul je het antwoord zelf zien!”
Met een flits zat Thomas opeens op de rug van Ozosnel. Ze vlogen door de lucht, hoog boven de huizen. Onder hen zagen ze kinderen die net hun schoen hadden gezet. Bij elk huis dat ze bezochten, zagen ze een wortel of zelfs twee in de schoenen van de kinderen liggen.
Bij het eerste huis zei Ozosnel: “Hier ligt één wortel in de schoen.” Hij bukte zich, knabbelde er voorzichtig aan en huppelde vrolijk verder.
Bij het volgende huis lagen er twee wortels. “Soms geven kinderen me wel twee of drie wortels,” lachte Ozosnel terwijl hij zijn tanden in de wortels zette.
Zo gingen ze verder van huis naar huis. Overal waar ze kwamen, kreeg Ozosnel wortels. Soms klein, soms groot, en soms een hele berg! Thomas begon te tellen, maar al snel raakte hij de tel kwijt. Hoeveel wortels het waren, kon hij niet precies zeggen, maar het leek alsof Ozosnel nooit genoeg had van al dat lekkers.
Na uren vliegen stopten ze bij het laatste huis van de nacht. “Dus,” vroeg Thomas terwijl ze landden, “hoeveel wortels heb je nu eigenlijk gekregen?”
Ozosnel glimlachte wijs. “Ach, Thomas, het gaat niet om het aantal wortels. Het gaat erom dat elk kind iets voor mij klaarzet. Sommige kinderen geven mij een wortel, anderen misschien een suikerklontje, en weer anderen zelfs een tekening. Wat het ook is, het maakt mijn werk lichter, en het maakt mij blij.”
Thomas knikte begrijpend. “Dus het maakt niet uit hoeveel wortels je krijgt, maar dat de kinderen hun best doen?”
“Precies!” antwoordde Ozosnel. “En dat is het mooiste cadeau van allemaal.”
Met die woorden vervaagde de droom en werd Thomas langzaam wakker. Hij keek naar zijn schoen bij de kachel en glimlachte. Het maakte niet uit hoeveel wortels Ozosnel op een avond kreeg. Zolang hij iets gaf, zou het paard altijd blij zijn.
En misschien, dacht hij, zou er morgen wel een klein cadeautje in zijn schoen zitten.
De Grote Sinterklaasfilm Stampij in de bakkerij
Vergeet niet dat de leukste Sinterklaasfilm van 2024 vanaf 2 oktober te zien is in de bioscoop: De Grote Sinterklaasfilm: Stampij in de Bakkerij. Haal je kaartjes snel voor een bioscoop bij jou in de buurt en mis het niet!